Een typisch aspect uit de Nederlandse voetbalcultuur is de mogelijkheid om na afloop te protesteren tegen een uitslag. Een fenomeen dat tot in de jaren zestig bleef bestaan. In 1961 werd eerst in de Eredivisie de mogelijkheid tot protest afgeschaft. Twee later volgden de overige profcompetities en de zondagamateurs en weer wat later de zaterdagamateurs en het voetbal in de afdelingsbonden. Het kwam dan ook vaak voor dat een uitslag die na negentig minuten op de borden stond uiteindelijk anders in de boeken verdween.
Met name al dan niet terecht toegekende doelpunten en al dan niet toegekende strafschoppen waren een bron van protesten. Het gebeurde regelmatig dat na afloop van de wedstrijd een veldspeler en de keeper van de tegenpartij terugkeerden naar het veld om alsnog een strafschop te nemen, als één van de teams recht meende te hebben op een strafschop. Voor het geval het protest later zou worden toegewezen werd daarom vast een strafschop genomen.
Om het nog ingewikkelder te maken is er ook lang onenigheid tussen protestcommissie en (K)NVB bestuur over wie nu het laatste woord had. Er was in enige jaren een beroepsmogelijkheid bij het bestuur. Zelfs is het wel voorgekomen dat een protest uiteindelijk in de algemene jaarvergadering is afgerond. Notulen van bestuursvergaderingen en ledenvergaderingen bieden soms als enige het definitieve antwoord.
Het is een intrigerend onderdeel van onze voetbalhistorie, maar het zal duidelijk zijn dat het voor het vastleggen van de historie soms wel erg lastig is de juiste uitslag te vinden. Zeker als een uitslag pas veel later definitief werd. Zoals in het geval van Go Ahead – AGOVV uit februari 1928, waarvan de uitslag pas eind juni definitief is vastgelegd. Op een moment dat de definitieve eindstand dus al was gepubliceerd in de bondsorganen.
Het lijkt een zekerheid dat er her en der op deze site nog onjuiste uitslagen staan. Voor de speurneuzen onder u wellicht een mooie uitdaging. We houden ons graag aanbevolen voor correcties.
(Met dank aan: Jan Gert Bosman voor het vinden van het artikel en Laszlo Scheltens voor de nadere toelichting op de werking van de protestcommissie.)