Als RFC in 1937 promoveert naar de 1e klasse speelt het al op het terrein aan de Essenburgsingel. Bij de promotie wordt het terrein voorzien van een hoofdtribune. Later is de hoofdtribune vervangen door een Elascontribune, die nu nog altijd langs het veld staat. RFC bestaat sinds 1997 niet meer, maar leeft nog voort in de straatnaam bij het oude complex, die is omgedoopt in RFC-weg. tegenwoordig speelt Jai Hind op de voormalige velden van RFC.
In Delfshaven, op een veld in de hoek van de Rochussenstraat en de Nieuwe Binnenweg speelt RFC in de periode dat het debuteert in de 1e klasse B (de “margarineafdeling”). Later is op deze plek – nadat RFC al is verkast naar de Essenburgersingel – de Coolhaven gegraven, zodat er tegenwoordig water stroomt op de plek waar RFC voetbalde.
Tussen 1948 en 1950 speelt Kerrade twee seizoen in de 1e klasse. De club speelt op een terrein aan de Roluckerstraat vlakbij het nabijgelegen middeleeuwse abdij met diezelfde naam. Het terrein beschikt over een zittribune met 500 plaatsen en zo’n 7.000 staanplaatsen. Heel even is er op dit complex ook nog profvoetbal gespeeld. De fusieclub Roda Sport (ontstaan uit Kerkrade en Bleijerheide) speelt in het eerste profseizoen afwisselend aan de Rolduckerstraat en het Bleijerheide-terrein aan Jonkerbergstraat. Vanaf 1955 speelt de club daar vast. Niet veel later verdwijnt het terrein, als op de velden nieuwe woningen worden gebouwd.
Limburgia is gelieerd aan Staatsmijn Hendrik en de club draagt ook die naam, totdat deze in 1936 wordt gewijzigd in Limburgia. De velden van de club aan de Venweg liggen ook pal onder de gebouwen van de staatsmijn. Gaandeweg verrijst hier een accommodatie met een hoofdtribune met 500 plaatsen en 15.000 staanplaatsen. Limburgia verrast in 1950 heel voetbalminnend Nederland door landskampioen te worden en vier jaar later is de club er ook bij als het profvoetbal zijn intrede doet. In 1962 worden twee delen van de staantribune naast de hoofdtribune overdekt, maar sportief gaat het met de club dan al bergafwaarts. In 1971 neemt het als slachtoffer van de grote sanering afscheid van het betaald voetbal. Limburgia speelt nog tot 1998 aan de Venweg, maar na een fusie met RKBSV wordt het terrein verlaten. Op de velden zijn woningen gebouwd, maar anders dan op veel andere plaatsen is de historie van de grond hier niet vergeten. Dat is te zien aan het stratenpatroon en de ‘middenstip’ centraal in de nieuwbouw, waarin wordt verwezen naar de glorierijke historie van Limburgia.
Het IJsseldelta Stadion (sinds enige tijd officieel genoemd naar een sponsor) heeft sinds de eerste incarnatie in 1935 twee keer een volledige metamorfose ondergaan. Het terrein wordt in 1935 geopend als gemeentelijk sportpark en beschikt aanvankelijk ook over een renbaan, waarin het voetbalveld gelegen is. Daaraan staat een hoofdtribune met bijna 800 plaatsen en aan de tegenovergelegen zijde zijn onoverdekte zitplaatsen met daarachter staanplaatsen op een heuvel. PEC is in 1935 de eerste bespeler, maar zij krijgen in 1958 gezelschap van Zwolsche Boys. De exploitatie van het sportpark is verliesgevend en de gemeente hoopt dit met een extra bespeler te verhelpen. Dit is echter tegen het zere been van PEC, dat de drastische maatregel neemt het oude terrein van Zwolsche Boys aan te kopen. Als Zwolsche Boys uit het profvoetbal stapt keert PEC in 1970 terug op het gemeentelijk sportpark.
Nadat in 1973 aan de lange zijde tegenover de hoofdtribune al een nieuwe overdekte staantribune is gebouwd, wordt het stadion begin jaren tachtig grondig verbouwd. Door de bouw van twee nieuwe tribunes achter de doelen krijgt het stadion met dan 15.000 plaatsen een veel betere uitstraling. Bij die gelegenheid wordt het stadion omgedoopt in Oosterenk Stadion. In 1985 slaat het noodlot toe en brandt de hoofdtribune af. Door financiële problemen duurt het drie jaar voordat een nieuwe tribune in gebruik kan worden genomen. De 2.400 plaatsen tellende nieuwe hoofdtribune wordt vernoemd naar Johan Cruijff. Door de verplichte ombouw van alle staanplaatsen naar zitplaatsen loopt de capaciteit in de jaren negentig flink terug tot 6.800.
In 2009 is de tweede metamorfose een feit. In fases wordt een compleet nieuw stadion neergezet, het IJsseldelta Stadion. De voor de Nederland typische hoge tribune-opgangen zijn in dit stadion tot in het extreme doorgevoerd, zodat het stadion met 10.500 zitplaatsen aanvankelijk een nogal klinische uitstraling heeft. Na de promotie in 2012 blijkt het stadion al snel te klein en worden voor de hoge tribunemuren nieuwe tribunes gebouwd. Het stadion (inmiddels voorzien van de commerciële naam MAC³-Park Stadion) wint daardoor zowel aan sfeer als aan capaciteit (inmiddels 14.000, met mogelijkheden tot verdere groei).
De historie van sportpark De Vrolijkheid (genoemd naar het nabijgelegen café) is verstrengeld met zowel PEC als Zwolsche Boys en ook met het gemeentelijk sportpark. De clubs verruilen regelmatig van locatie en zowel PEC als Zwolsche Boys hebben twee periodes gebruikgemaakt van De Vrolijkheid. PEC strijkt hier als eerste neer in 1923 en bij de promotie in 1929 wordt de eerste tribune in gebruik genomen met 500 plaatsen. Omdat PEC in 1935 verhuist naar het nieuwe gemeentelijk sportpark neemt Zwolsche Boys in 1935 de plek van PEC over op De Vrolijkheid. In 1947 is er door de promotie van die club weer 1e klasse voetbal te zien op het terrein. De tribune is dan inmiddels verdwenen, zodat er jarenlang geen overdekte zitplaatsen aanwezig zijn op het terrein. Vanaf 1958 trekt Zwolsche Boys in bij PEC op het gemeentelijk sportpark, maar dat zint die laatste club weer niet, zodat PEC besluit de Vrolijkheid aan te kopen. Met een grondige opknapbeurt en een nieuwe tribune, die bovenop het door Zwolsche Boys neergezette clubhuis wordt gebouwd, is De Vrolijkheid weer helemaal als nieuw. Tien seizoenen speelt PEC hier vervolgens. Als Zwolsche Boys in 1969 uit het profvoetbal stapt, verhuist PEC toch weer naar het gemeentelijk sportpark en nemen de amateurs van Zwolsche Boys De Vrolijkheid weer over. De club speelt hier tot 1996, daarna is het sportpark gesloopt.
Vanaf het moment dat ZAC promoveert naar de 1e klasse neemt het een terrein aan de Veerallee in gebruik, dan nog enige kilometers gelegen buiten de Zwolse stadskern. Op het terrein is een statige hoofdtribune en zijn er houten staan- en zitplaatsen rondom. Nog tot 1996, lang nadat ZAC afscheid heeft genomen van het hoogste niveau, speelt ZAC aan de Veerallee. Inmiddels is hier nieuwbouw gerealiseerd, maar de straatnamen op deze plek verwijzen nog naar Zwolse sporthelden, waaronder de oud ZAC’ers Beb Bakhuys en Jasper Warner.
In 1913 neemt Be Quick het terrein aan de Marsweg in gebruik. Het terrein beschikt over een tribune, onoverdekte zitplaatsen en staanplaatsen rondom. In 1931 wordt de tribune door een windhoos vernield en vervangen door een nieuw exemplaar. Door de ligging dicht bij de IJssel heeft het terrein regelmatig te maken met wateroverlast. In de winter van 1938 kan er zelfs enkele maanden niet worden gespeeld op De Mars, omdat het veld volledig onder water staat. In 1980 heeft Be Quick het sportpark aan de Marsweg verlaten.
Zeist is in 1955 een vreemde eend in bijt van nieuwe profclubs. Als enige 3e klasser krijgt de club een kans in het betaald voetbal. Het avontuur duurt uiteindelijk maar zes jaar, dan is degradatie naar de amateurs een feit. Zeist speelt al vanaf 1918 op sportpark De Koeburg, gelegen tussen Zeist en Driebergen, waar bij de toetreding tot de profs twee tribunes staan. Een stijlvolle houten zittribune met 600 plaatsen uit 1949 en een oude tribune uit 1928 die naar de overzijde van het veld is verplaatst. Hoewel het profavontuur maar kort duurt en Zeist al vanaf 1976 niet meer op De Koeburg speelt heeft het terrein zijn sporen nagelaten. De hoofdtribune doet nog altijd dienst op het nieuwe terrein Dijnselburg en is in 2006 volledig gerenoveerd en op De Koeburg staat nog altijd een kaartjesloket als stille getuige, al is deze inmiddels in gebruik als schuurtje.
Als ZFC in 1970 naar het nieuwe sportpark Hoornseveld verhuist, hoopt de club daar een nieuwe toekomst op te bouwen. Het nieuwe complex ligt in een nieuwbouwwijk en ZFC hoopt hier meer leden en toeschouwers aan zich te kunnen binden. Na één seizoen is het profavontuur echter voorbij. ZFC wordt slachtoffer van de grote sanering en dat voornamelijk op basis van de slechte bezoekersaantallen op het oude terrein. Een kort geding tegen de KNVB helpt niet, ZFC keert terug naar de amateurs. Na een fusie met ZVV speelt de club als Hellas Sport nog altijd op Hoornseveld en het complex is ten opzichte van de opening nog weinig veranderd. Zowel de hoofdtribune met 1.500 plaatsen als een groot deel van de staantribune is nog altijd in gebruik.
CC-BY Kadaster 2016
Alle cijfers en statistieken uit de Nederlandse voetbalgeschiedenis