Voetbal is met afstand de grootste, meest invloedrijkste en belangrijkste sport in Nederland. Het is daarom best vreemd te moeten concluderen dat het ook nu nog altijd niet vaststaat waar nu de eerste voetbalclub is ontstaan in ons land. En dan rekenen we voor het gemak de schermutselingen in de jaren zestig van de negentiende eeuw even niet mee. In Nederland verblijvende Engelsen hebben toen in onder meer Enschede en Den Haag gevoetbald, maar de lokale bevolking stond er bij en keek ernaar. Letterlijk en figuurlijk.
Bijna honderd jaar lang is blind gevaren op de verhalen die zijn opgetekend door Pim Mulier. De Haarlemse sportpionier schreef in 1894 in zijn boekje Athletiek en Voetbal voor het eerst over de oprichting van zijn Haarlemsche Football Club en deed dat in 1919 nog eens dunnetjes over in het gedenkboek van HFC. Jarenlang is de sterk anekdotische voetbalgeschiedenis van HFC zoals beschreven door Mulier zonder enige terughoudenheid overgenomen, van gedenkboeken van de KNVB tot in het wetenschappelijke meesterwerkje Voetbal in Nederland van C. Miermans uit 1955. Mulier was immers een icoon en een autoriteit en daar twijfel je niet aan. De enige nuance bestond dan nog uit de vraag HFC nu wel of niet een voetbalclub was toen het volgens Mulier in 1879 werd opgericht. Aanvankelijk werd er namelijk rugby gespeeld en pas vanaf 1883 “association football”. Behalve over veel innovatiekracht en sportiviteit beschikte Mulier echter ook over een flinke fantasie, waardoor veel van zijn geschiedschrijving onbetrouwbaar is. Bovendien heeft hij de neiging zijn eigen rol belangrijker en groter te maken dan die is. Bronnenonderzoek heeft inmiddels klip en klaar duidelijk gemaakt dat HFC nooit in 1879 kan zijn opgericht.
In 2017 verscheen als editie van Hard Gras een onderzoek van sporthistorici Jan Luitzen en Wim Zonneveld, onder de naam “Kicksen en Wickets”, later gevolgd door de publicatie “Toen voetbal verscheen in Nederland” bij stichting De Sportwereld, over de vroegste geschiedenis van cricket en voetbal in Nederland. Dit indrukwekkende onderzoek werpt een geheel nieuw licht op de ontstaansgeschiedenis van van voetbal in Nederland. In het winter van 1877/1878 werd voor het eerst voetbal gespeeld in Nederland op de kostschool Noorthey in Voorschoten en naar alle waarschijnlijkheid ging het hierbij om “association” football. Onder leiding van de jonge Engelse leraar John Helsdon Rix spelen de leerlingen voor het eerst voetbal. Voor zover bekend zijn zijn daarmee de eerste in ons land en daarmee kunnen we Helsdon Rix vanaf nu betitelen als de aartsvader van het voetbal in Nederland.
Vanaf de eerste helft van de jaren tachtig wordt voetbal in verenigingsverband gespeeld, vrijwel altijd bij clubs die dan al bestaan als cricketclub. Bij een aantal van deze clubs zijn aantoonbaar oud-leerlingen van Noorthey betrokken, zij zorgen dus na de introductie op school ook voor verdere verspreiding van de sport. Met name bij de vroege Amsterdamse club Sport duiken veel namen van oud-leerlingen op. Het voetbal is dan een nog niet structurele activiteit, die uitsluitend binnen de eigen vereniging worden gespeeld.
Zo ook bij HFC, dat vanaf – waarschijnlijk – 1881 af en toe (rugby)voetbal speelt, maar dat heeft een incidenteel karakter. De naam HFC bestaat dan nog niet, het voetbal wordt gespeeld door leden van cricketclub Rood en Zwart, die maar kort bestaat. Vanuit cricketvereniging Rood en Wit (waarvan dan ook Mulier lid is) herleeft vanaf circa 1885 het voetbal. Vanaf eind 1886 worden de eerste wedstrijden tussen clubs gehouden. Nog in 1888 wordt HFC in een aankondiging van een wedstrijd in het Nieuws van de Dag aangeduid als Rood en Wit, wat een extra bevestiging is van het ontstaan van HFC vanuit deze club. De eerste wedstrijd die is vastgelegd voor het nageslacht is die tussen “Sport” uit Amsterdam en HFC op 19 december 1886. Sport wint, met 3-0.
Uit: Nieuws van den Dag, 21 december 1886
Het Amsterdamse Sport is opgericht in 1882. Maar waarschijnlijk doet ook bij deze vereniging het voetbal pas later zijn intrede. En dat is meteen het lastige bij het rangschikken van de ouderdom van de clubs. Bijna alle oude clubs komen namelijk voort uit al bestaande cricketverenigingen. De meesten beginnen later met voetbal, maar wanneer is vaak niet precies te achterhalen, juist ook omdat de voetbalactiviteiten aanvankelijk zo’n informeel karakter hebben.
De oudste club, waarvan het keiharde bewijs van de oprichting ook nu nog is terug te vinden is de Enschedse Footballclub. Deze club uit 1885 vormt de basis voor het nog altijd bestaande PW en is de enige van de oudste clubs die als voetbalclub wordt opgericht. In de laatste vijf jaren van de jaren tachtig begint het aantal voetballende clubs duidelijk toe te nemen. Eerst voornamelijk in Haarlem, Rotterdam, Den Haag en Amsterdam, maar ook in studentensteden elders in het land, zoals Wageningen, Deventer, Nijmegen en Groningen. Het voetbal zal nu niet maar zo gaan verdwijnen, zoveel is wel duidelijk.
De oudste club, waarvan het keiharde bewijs van de oprichting ook nu nog is terug te vinden is de Enschedse Footballclub. Deze club uit 1885 vormt de basis voor het nog altijd bestaande PW en is de enige van de oudste clubs die als voetbalclub wordt opgericht.